Voor de gladheidbestrijding hebben wij de volgende producten:
Gladheidbestrijding.
Tot de jaren 60 werden er naast het sneeuwruimen voornamelijk stroef makende middelen gebruikt. Daarna kwamen de dooimiddelen in de belangstelling.
Strooide men eerst vooral droog en alleen bij gladheid, later ontwikkelde men ook het zogenaamde nat-strooien.
Bij het droog-strooien gebruikt men wegenzout (natriumchloride), dit wordt verhandeld in drie soorten, namelijk steenzout, zeezout en vacuümzout.
Vacuümzout (geraffineerdzout) is het zuiverste met een gehalte van 99,9 % NaCl.
Steenzout en zeezout hebben gehaltes die liggen tussen 95% en 99 % NaCl.
Ook wordt soms Calciumchloride (CaCl) gebruikt; dit is o.a. een industriëel restproduct bij de productie van o.a. soda maar wordt ook gewoon geproduceerd.
Bij het gebruik van CaCl komt er warmte vrij, tijdens het oplossen hierdoor werkt calciumchloride sneller dan gewoon wegenzout.
Het is echter erg hygroscopisch (vochtaantrekkend), en men moet de opgegeven hoeveelheid tijdens het strooien niet overschrijden, omdat de weg dan door schuimvorming glad wordt. Het is niet buitengewoon gevaarlijk, maar er moeten toch wel voorzorgen worden genomen bij gebruik van dit zout.
Bij aanraking met water komt veel warmte vrij, dus niet innemen of inademen en handschoenen dragen bij verwerking, daar het brandwonden kan veroorzaken. En buiten bereik van kinderen houden.
Contact met de ogen beslist vermijden en strooiers schoonmaken na gebruik, omdat CaCl zeer corrosief is.
Om de teruglopende smeltcapaciteit van zowel NaCl als CaCl bij lagere temperaturen te compenseren moet men bijvoorbeeld bij – 15°C twee keer zoveel strooien als bij – 5°C.
NaCl is bruikbaar tot -21°C, CaCl tot -30°C.
Bij droog-strooien trekken de zoutkorrels vocht aan uit hun omgeving, hierdoor ontstaat pekel, de pekel smelt het ijs. Bij veel sneeuw en/of ijs ontstaat ook veel dooiwater waardoor de pekel zo sterk wordt verdund, dat het zoutgehalte te laag kan worden. Meer of vaker strooien is dan nodig.
Preventief droog-strooien op een droge weg is minder geschikt, omdat het zout verwaait. Op een natte weg kan dit wel. Bij nat-strooien wordt het zout vermengd met pekel en komt zodoende natter op de weg, het hecht daardoor beter aan de weg. Men heeft echter aangepaste strooiers nodig, maar kan zuiniger strooien (20%) en men kan eventueel CaCl gebruiken.
Tenslotte moet op ZOAP als vuistregel twee keer zoveel dooimiddel gestrooid worden dan op dicht asfaltbeton. |